Digitale geletterdheid

Digitaal geletterd ben je als je de volgende vier basisvaardigheden beheerst: ict-basisvaardigheden, informatievaardigheden, mediawijsheid en computational thinking.

Deze vaardigheden heb je nodig om goed te functioneren in de maatschappij, zowel in een leer- als in een werkomgeving.
Het gaat daarbij om de samenhang tussen die vier vaardigheden.

     1.  Ict-basisvaardigheden

  • basisbegrip ict: het kunnen benoemen van functies van computers en computernetwerken;

  • infrastructuur: het kunnen benoemen, aansluiten en bedienen van hardware, het kunnen bedienen
    van verschillende apparaten en programma's en het kunnen opslaan en
    toegankelijk maken van informatie;

  • standaardtoepassingen: het kunnen omgaan met standaard-kantoortoepassingen en andere
    softwareprogramma's voor onder meer internetgebruik, beeldbewerking,
    samenwerking en betalingsverkeer;

  • veiligheid: het op de hoogte zijn van - en kunnen omgaan met - beveiligings- en
    privacyaspecten in het kader van persoonlijke en financiële gegevens.

    2.   Informatievaardigheden

          Je kunt een informatiebehoefte signaleren en analyseren, en op basis hiervan relevante
          informatie zoeken, selecteren, verwerken en gebruiken.

    3.   Mediawijsheid

          Kennis, vaardigheden en mentaliteit die nodig zijn om bewust, kritisch en
          actief om te gaan met media.

    4.   Computational thinking

          Problemen op een zodanige manier formuleren dat het mogelijk wordt om een computer of
          ander digitaal gereedschap te gebruiken om het probleem op te lossen.