Désanne van Brederode - Beminnen is beginnen

Desanne van Brederode

In de liefde gaat het vaak over het verleden. Gelieven vertellen elkaar (delen uit) hun levensgeschiedenissen en menen dat de verklaringen voor hun behoeftes, angsten, onhandigheden dromen en kwetsbaarheden te vinden zijn in hun biografie, met name in hun kindertijd.

Zo’n psychologische benadering gaat er soms aan voorbij dat we juist in de liefde ook weer nieuw worden, absolute beginners: de liefde brengt kanten in je naar boven die je van jezelf niet kende. Met alle gestuntel en wederzijdse misverstanden, hoe ervaren je ook bent. Dat kan confronterend zijn, juist in een tijd waarin alles maakbaar lijkt en perfectie het doel is. Maar er is ook zoiets als de ‘mystiek van het misverstand.’ Moeten we wel alles van onszelf en elkaar willen begrijpen? En is daar altijd taal bij nodig? Soms maakt al dat praten veel stuk of slaan woorden de schoonheid en gelaagdheid van onze gevoelens plat. En precies daar kan een vreemde intimiteit beginnen.

Désanne van Brederode (1970) studeerde filosofie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en debuteerde in 1994 met de roman ‘Ave verum corpus – gegroet waarlijk lichaam’ bij uitgeverij Querido. Ze schreef sindsdien nog vele boeken, fictie en non-fictie, waarin de liefde regelmatig een thema is. Kun je de ander echt kennen? Durf je jezelf te (laten) kennen? Hoe om te gaan met verlangens waarvoor eigenlijk geen plaats is, of die niet worden vervuld? In een tijd waarin ogenschijnlijk geen taboes meer bestaan en waarin niet alleen alles bespreekbaar is, maar openhartigheid bijna een verplichting lijkt, zoekt Désanne graag naar het onuitsprekelijke en naar onze nood aan stilte en de ruimte voor zintuiglijke beleving, maar zonder dat het al te ernstig of verheven wordt. Hoe houd je een hart voor de poëzie en de ongerijmdheid van het leven? Begint daar niet al het liefhebben?

foto: Irwan Droog

terug naar De Nacht van de Filosofie